Materiaalzone 
Fietstoerisme 
Fabio Jakobsen ziet dat succes voor het oprapen ligt: “Een ritzege telt écht deze Giro”
Interview Voor Fabio Jakobsen begint de Giro d’Italia eigenlijk pas op de derde dag, als de eerste sprintkans wacht. Het lastige openingsweekend rond Turijn stond voor de kopman van dsm-firmenich PostNL in het teken van overleven. Dat Jakobsen en zijn lead-out Tobias Lund Andresen met vertrouwen naar Italië zijn afgereisd, vertelde hij daags voor de Giro: “De Ronde van Turkije is niet te vergelijken met de Giro, maar dat we die ronde zo domineerden laat zien dat we op de juiste weg zijn.”
Na twee keer de Vuelta a España (vijf ritzeges én de puntentrui in 2021) en twee keer de Tour de France (een ritzege) is het nu tijd voor het Giro-debuut van Jakobsen. “Je wil als sprinter ooit eens de Giro hebben gereden. Het is een iconische wedstrijd en volgens meerdere collega-renners de mooiste grote ronde. Italië is wielrennen, en dat wil ik graag beleven”, zei hij op het persmoment waar WielerFlits ook bij was. “De laatste jaren reed ik meer voorjaarskoersen en dan zit de Giro daar te dicht op. Dit jaar hebben we dat iets geminderd, zodat ik me goed kon voorbereiden op deze meimaand.”
Het voorjaar noemt Jakobsen ‘geen droomstart’, maar in de Ronde van Turkije was het eindelijk raak. Voor hem bleef het bij één ritzege, terwijl zijn ploegmaat en lead-out Tobias Lund Andresen zijn kans pakte en drie etappes won. “Het gevoel is heel erg goed”, blikt Jakobsen terug. “De voorbereiding is goed verlopen, maar natuurlijk is de Ronde van Turkije niet de Giro. We hebben heel veel vertrouwen, we weten dat we als ploeg thuishoren in de Giro en ik hoop dat Turkije gezorgd heeft dat ik die volgende stap gemaakt hebt wat betreft mijn vormpeil.”
De concurrentie is stevig. Naast Jakobsen zijn ook veel ogen gericht op Olav Kooij, Tim Merlier en Jonathan Milan. Niet gek, want met een roze bril op zijn er misschien acht of negen kansen voor de sprinters. “Hier in de Giro is het zeker mogelijk om etappes te winnen. En als er meerdere concurrenten bij zijn, dan tellen die zeges nog meer. De top-10 zal er altijd goed uitzien en een overwinning telt dan écht mee”, weet de spurter uit Heukelum. “En ik heb er vertrouwen in dat we een goede trein kunnen opzetten.”
Andresen en Jakobsen zorgden in een rit in Turkije voor een een-tweetje – foto: Cor Vos
‘Tobias Lund Andresen is echt een winnaar, dat heeft hij laten zien’
Tobias Lund Andresen, zijn naam is al genoemd. De Deen is nog maar 21 jaar en beleefde zijn doorbraak met een hattrick in Turkije. In eerste instantie rijdt hij de Giro als gangmaker voor Jakobsen. “Tobi, de ploeg en ikzelf willen nog steeds kijken wat hij kan en hoe hij nog verder kan groeien”, is de Nederlander benieuwd. “Hij is 10 kilogram lichter dan ik, dus hij zal meer finales overleven. Als ik gelost ben, dan krijgt hij een kans en mag hij zich laten zien. Dat is mooi voor hem.”
“Als lead-out is hij heel snel en waardevol, zeker in de pure sprints als het voor mij gaat om een hoge topsnelheid en power”, zegt Jakobsen. “Zelf is hij ook echt een winnaar, dat liet hij daar zien met drie zeges. En als het mij niet lukt om in het peloton te blijven, kan hij opstaan. Hij is nog jong en moet zichzelf nog ontdekken, maar de ploeg moet hem ook nog ontdekken. Dat is een win-win-situatie. Bij Soudal Quick-Step reed ik ook met renners die zelf konden winnen, ik denk dat Florian Sénéchal een goed voorbeeld is. Dus als alle sterren goed staan, krijgt Tobias ook een kans op ritwinst.”
‘Finales worden drukker, maar verantwoordelijkheid ligt bij veilig parcours’
Later dit jaar wordt Jakobsen 28 jaar, dus we mogen hem inmiddels ervaren noemen. Dat er zo’n sterk sprintersveld start in deze Giro, ligt volgens hem niet alleen aan de zwaarte van de aanstaande Tour de France. “Sprinters zijn meer waard tegenwoordig. Veel teams willen een sprinter en een trein meenemen naar wedstrijden. In sprints ligt succes voor het oprapen, mits de sprinter in vorm is”, weet hij.
“In deze Giro zijn er meerdere kansen op massasprints, en ik zie dat het aantal sprinters dat zulke etappes kan winnen ook groeit. […] Omdat er meer sprinters zijn, worden de ritzeges meer waard. Dat laat zien dat sprinters gewaardeerd worden door ploegen, sponsoren en de media. Het is goed voor de sport dat die strijd er is”, gaat hij verder. “Dat betekent ook dat de finales drukker worden.”
Een probleem ziet Jakobsen daar niet in. “Finales zijn altijd druk, want we rijden met bijna 200 renners in het peloton. Kijkend naar de veiligheid denk ik niet dat het aantal renners het probleem is, want er zal altijd een groep van veertig of vijftig renners strijden voor de eerste twintig plaatsen. De grootste verantwoordelijkheid ligt bij het creëren van een zo veilig mogelijk parcours en een veilige finale, zodat renners geen gekke risico’s moeten nemen door bochten, wegversmallingen of verkeersmeubilair. Door goed naar het parcoursontwerp te kijken kunnen we gevaarlijke situaties voorkomen.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.